
Jurisprudentie
BJ4173
Datum uitspraak2009-07-29
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers104208 / KG ZA 09-213 en 104684 / KG ZA 09-236
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers104208 / KG ZA 09-213 en 104684 / KG ZA 09-236
Statusgepubliceerd
Indicatie
Zeven talentvolle topturnsters zijn lid van turnclub Stichting Dynamic Gymnastics. Die Stichting is als lid van de KNGU geschorst omdat zij toeliet dat een door de KNGU voor het leven geroyeerde trainer bij haar trainingen verzorgde. De turnsters mochten als gevolg van die schorsing niet meedoen aan door de KNGU georganiseerde wedstrijden. De turnsters hebben overschrijving aangevraagd naar een andere turnvereniging (Dynamic Gymnastics-Vereniging). De KNGU heeft geweigerd daaraan mee te werken omdat die vereniging volgens haar nauwe banden had met de Stichting. De KNGU heeft Dynamic Gymnastics-Vereniging ook geschorst. De voorzieningenrechter heft de schorsing van de vereniging op en veroordeelt de KNGU om de turnsters over te schrijven naar de vereniging.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
Vonnis in kort geding van 29 juli 2009
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 104208 / KG ZA 09-213 van
de vereniging
DYNAMIC GYMNASTICS-VERENIGING,
gevestigd te Warmenhuizen,
eiseres,
advocaat mr. D.M. van Geel te Tilburg,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE,
gevestigd te Beekbergen,
gedaagde,
advocaat mr. J.N. Stamhuis te Amsterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 104684 / KG ZA 09-236 van
de vereniging
DYNAMIC GYMNASTICS-VERENIGING,
gevestigd te Warmenhuizen,
eiseres,
advocaat mr. D.M. van Geel te Tilburg,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE GYMNASTIEK UNIE,
gevestigd te Beekbergen,
gedaagde,
advocaat mr. J.N. Stamhuis te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Dynamic Gymnastics-Vereniging en de KNGU genoemd worden.
1. De procedure in beide zaken
Dynamic Gymnastics-Vereniging heeft bij exploot (van 6 juli 2009 respectievelijk 9 juli 2009) KNGU gedagvaard in kort geding. Op 15 juli 2009 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben -mede aan de hand van een pleitnota en onder overlegging van producties- hun standpunten nader toegelicht. Ten slotte hebben partijen om vonnis gevraagd.
2. De feiten in beide zaken
2.1. Dynamic Gymnastics-Vereniging is een turnvereniging die onder meer een turnschool exploiteert. De turnschool voorziet in het begeleiden en trainen van (jeugdige) turners en turnsters. Dynamic Gymnastics-Vereniging begeleidt ook verschillende zeer getalenteerde turnsters die op nationaal en internationaal topniveau presteren.
2.2. De KNGU is de overkoepelende nationale sportbond voor de turn- en gymnastieksport in Nederland. Dynamic Gymnastics-Vereniging is lid van de KNGU. De turners en turnsters die bij Dynamic Gymnastics-Vereniging als clublid zijn aangesloten zijn tevens lid van de KNGU. De rechtsverhouding tussen de KNGU, de turnclubs en de turn(st)ers wordt (vooral) beheerst door de statuten en reglementen van de KNGU.
Turners en turnsters mogen -behoudens indien sprake is van een open wedstrijd- alleen deelnemen aan turnwedstrijden en evenementen die zijn georganiseerd door de KNGU indien zij (club)lid zijn van de KNGU.
2.3. Het bondsbestuur van de KNGU heeft door middel van een klaagschrift d.d.
23 april 2009 (productie 12 van Dynamic Gymnastics-Vereniging) bij de Tuchtcommissie van de KNGU een klacht ingediend tegen de turnclub Stichting Dynamic Gymnastics, zetelend in Den Helder. Het bondsbestuur van de KNGU maakt daarin aan Stichting Dynamic Gymnastics -kort gezegd- het verwijt dat [naam trainer] (hierna: [naam trainer]) turnsters van Stichting Dynamic Gymnastics begeleidt, terwijl Stichting Dynamic Gymnastics wist of behoorde te weten dat [naam trainer] als lid van de KNGU is geroyeerd en om die reden niet gerechtigd is om binnen het verband van een lid van de KNGU turners of turnsters te trainen en/of anderszins te begeleiden. Volgens het bondsbestuur is Stichting Dynamic Gymnastics voorts in overtreding ten aanzien van haar in het Huishoudelijk reglement van de KNGU neergelegde verplichting om mee te werken aan de tenuitvoerlegging van de straf van [naam trainer] en meer in het bijzonder om er op toe te zien dat die straf ook daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd.
2.4. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de Stichting Dynamic Gymnastics per 20 mei 2009 bij wijze van voorlopige maatregel geschorst. Dit heeft op grond van het Huishoudelijk reglement van de KNGU tot gevolg dat de bij de Stichting Dynamic Gymnastics aangesloten turners/turnsters indirect ook geschorst zijn.
2.5. Bij brief van 20 mei 2009 (productie 14 Dynamic Gymnastics-Vereniging) heeft het bondsbestuur van de KNGU aan de Tuchtcommissie medegedeeld dat de klacht tegen Stichting Dynamic Gymnastics eveneens gericht is tegen de aan de Stichting Dynamic Gymnastics “gelieerde organisatorische onderdelen die ter zake doende zijn en in relatie staan tot de bij uw commissie ingediende klacht.”
2.6. Vervolgens heeft Stichting Dynamic Gymnastics bij de KNGU een verzoek ingediend tot overschrijving van de turnsters [naam turnster A], [naam turnster B], [naam turnster C], [naam turnster D], [naam turnster E], [naam turnster F] en [naam turnster G] (hierna: de turnsters), naar Dynamic Gymnastics-Vereniging. De leeftijden van de turnsters liggen tussen de 10 en 21 jaar.
2.7. De KNGU heeft bij brief van 29 mei 2009 (productie 6 van KNGU) aan Dynamic Gymnastics-Vereniging laten weten dat zij van mening is dat er een verband bestaat tussen Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging en dat zij hangende de behandeling van de klacht door de Tuchtcommissie tegen de Stichting Dynamic Gymnastics en de daaraan gelieerde organisatorische onderdelen niet meewerkt aan voormeld verzoek tot overschrijving.
2.8. De KNGU heeft vervolgens wel meegewerkt aan het verzoek van Stichting Dynamic Gymnastics tot overschrijving van de turnsters naar de turnclub Pro Patria te Den Helder, zodat de turnsters aan wedstrijden konden mee doen.
2.9. Dynamic Gymnastics-Vereniging heeft op 8 juni 2009 (productie 5 Dynamic Gymnastics-Vereniging) aan de KNGU verzocht om de overschrijving van de turnsters van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging te bewerkstelligen.
2.10. De KNGU heeft bij brief van 16 juni 2009 (productie 10 van Dynamic Gymnastics-Vereniging) aan Pro Patria medegedeeld dat zij niet meewerkt aan het verzoek tot overschrijving van de turnsters van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging. De reden hiervoor is dezelfde als door de KNGU ten grondslag is gelegd aan haar weigering om mee te werken aan het eerder gedane verzoek om de turnsters over te schrijven van Stichting Dynamic Gymnastics naar Dynamic Gymnastics-Vereniging.
2.11. De tuchtcommissie van de KNGU heeft bij uitspraak van 30 juni 2009 (productie 15 van Dynamic Gymnastics-Vereniging) Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging geschorst voor een periode van twee jaar. In de motivering van de beslissing komen onder meer de navolgende passages voor:
“Uit de uittreksels van de Kamer van Koophandel van de vereniging [Dynamic Gymnastics-Vereniging, voorzieningenrechter] en de stichting Dynamic Gymnastics blijkt het bestuur nagenoeg uit dezelfde personen te bestaan. Gelet op het feit dat Dynamic Gymnastics na de opgelegde voorlopige maatregel heeft gepoogd turnsters van de stichting in eerste instantie rechtstreeks en, nadat de KNGU haar medewerking daaraan had geweigerd, vervolgens via een U-bocht constructie met de vereniging Pro Patria bij de vereniging in te laten schrijven, zodat zij aan het eind van het seizoen ondanks de schorsing nog aan wedstrijden mee konden doen, is de Tuchtcommissie van oordeel dat de KNGU haar klacht terecht heeft uitgebreid naar de andere relevante en met de stichting nauw verbonden andere rechtspersonen Dynamic Gymnastics. Voor zover deze rechtspersonen lid zijn van de KNGU treft de hierna op te leggen straf eveneens deze rechtspersonen. Voor zover de Tuchtcommissie heeft kunnen nagaan, gaat dit vooralsnog alleen om de stichting en de vereniging. ”
2.12. Op 14 juli 2009 hebben Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging bij de Commissie van Beroep van de KNGU hoger beroep ingesteld tegen evengemelde beslissing van de Tuchtcommissie. Op dat beroep is nog niet beslist.
3. Het geschil in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104208 / KG ZA 09-213
3.1. Dynamic Gymnastics-Vereniging vordert samengevat - het hiervoor sub 2.12. vermelde besluit van de Tuchtcommissie van de KNGU ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging te schorsen, totdat de bodemrechter over de nietigheid van dat
besluit heeft beslist.
3.2. KNGU voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104684 / KG ZA 09-236
4.1. Dynamic Gymnastics-Vereniging vordert samengevat - KNGU te bevelen om de turnsters over te schrijven van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging. Ter zitting heeft zij aangegeven dat deze vordering wordt ingesteld onder de voorwaarde dat de aan haar opgelegde tuchtmaatregel door de voorzieningenrechter wordt geschorst.
4.2. KNGU voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104684 / KG ZA 09-236
5.1. Voorop wordt gesteld dat de uitspraak van de tuchtcommissie van de KNGU partijen bindt op de wijze als bedoeld in artikel 7:904 lid 1 BW.
Dit houdt in dat voor toewijzing van de vordering in kort geding slechts plaats is indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter, indien hem deze zaak wordt voorgelegd, zal oordelen dat gebondenheid van Dynamic Gymnastics-Vereniging aan de tuchtrechtelijke beslissing - in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan - in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
In het licht van voormeld toetsingskader is een beslissing voor wat betreft de inhoud onaantastbaar als de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, niet zijn overschreden.
5.2. Uit de beslissing van de Tuchtcommissie van de KNGU van 30 juni 2009 blijkt niet dat ook ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging is komen vast te staan dat [naam trainer] bij Dynamic Gymnastics-Vereniging optreedt als trainer/begeleider van turners en turnsters. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de KNGU desgevraagd geantwoord dat zij geen aanwijzing heeft dat [naam trainer] als trainer of anderszins betrokken is bij Dynamic Gymnastics-Vereniging. Dynamic Gymnastics-Vereniging is naast de Stichting Dynamic Gymnastics geschorst, enkel omdat het bestuur van Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging nagenoeg uit dezelfde personen blijkt te bestaan. Het feit dat twee van de drie bestuurders van de Stichting Dynamic Gymnastics ook bestuurder zijn van Dynamic Gymnastics-Vereniging is echter onvoldoende om deze twee verschillende rechtspersonen met elkaar te vereenzelvigen, laat staan om te kunnen concluderen dat Dynamic Gymnastics-Vereniging een organisatorisch onderdeel van Stichting Dynamic Gymnastics zou zijn. Uit het enkele feit dat [naam trainer] betrokken is bij Stichting Dynamic Gymnastics, volgt dan ook niet dat [naam trainer] (ook) betrokken is bij Dynamic Gymnastics-Vereniging. De schorsing van Stichting Dynamic Gymnastics is dan ook niet automatisch een grond tot schorsing van Dynamic Gymnastics-Vereniging. Dat naar het oordeel van de Tuchtcommissie van de KNGU Dynamic Gymnastics-Vereniging, nadat een eerder verzoek om overschrijving van de turnsters was geweigerd, Pro Patria heeft gebruikt om -tevergeefs- te trachten te bewerkstelligen dat de turnsters naar Dynamic Gymnastics-Vereniging zouden worden overgeschreven, kan in alle redelijkheid geen voldoende grond zijn om Dynamic Gymnastics-Vereniging te schorsen. Daar waar de KNGU in dit verband ter zitting heeft gesproken van misbruik maken van identiteitsverschil, schiet de KNGU te ver door.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de tuchtcommissie van de KNGU bij haar beslissing ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging dan ook de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, fors overschreden.
5.3. Opgemerkt wordt nog dat de KNGU bij gelegenheid van de mondelinge behandeling nog drie argumenten (verwoord in de pleitnota van haar advocaat onder 15, 16 en 17) heeft genoemd waarom Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging met elkaar zouden kunnen worden vereenzelvigd, maar nu die argumenten door de Tuchtcommissie van de KNGU niet ten grondslag zijn gelegd aan het aangevallen besluit, gaat het het voormelde toetsingskader te buiten indien de voorzieningenrechter deze nieuwe argumenten, wat daarvan ook zij, bij zijn oordeelsvorming zou betrekken. Bedoelde argumenten worden dan ook ter zijde gelegd.
5.4. Op grond van het vorenstaande is het voldoende aannemelijk dat de bodemrechter, indien hem deze zaak wordt voorgelegd, zal oordelen dat gebondenheid van Dynamic Gymnastics-Vereniging aan de tuchtrechtelijke beslissing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en de beslissing van de Tuchtcommissie van de KNGU ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging zal vernietigen. De voorzieningenrechter behoeft daarom niet in te gaan op de stelling van Dynamic Gymnastics-Vereniging dat de beslissing van de Tuchtcommissie van de KNGU ook op formele gronden aantastbaar is.
5.5. Daar waar KNGU niet heeft bestreden dat het voortbestaan van Dynamic Gymnastics-Vereniging door de langdurige schorsing wordt bedreigd, heeft Dynamic Gymnastics-Vereniging een genoegzaam spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
5.6. Aan toewijzing van de vordering zal wel de voorwaarde worden verbonden dat Dynamic Gymnastics-Vereniging binnen drie maanden na heden een bodemprocedure tegen de KNGU aanhangig maakt. Na te melden dwangsom komt genoegzaam voor.
5.7. KNGU zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Dynamic Gymnastics-Vereniging worden begroot op:
- dagvaarding € 72,25
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.150,25
5.8. Wettelijke rente over de proceskosten is eerst verschuldigd vanaf veertien dagen nadat KNGU kennis heeft gekregen van dit vonnis, zodat ter zake als na te melden wordt beslist.
5.9. Nu Dynamic Gymnastics-Vereniging kort na de uitspraak van dit vonnis de beschikking kan krijgen over een grosse van dit vonnis, heeft Dynamic Gymnastics-Vereniging geen rechtens te respecteren belang bij uitvoerbaarheid van dit vonnis op de minuut, zodat ter zake afwijzing zal volgen.
6. De beoordeling in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104208 / KG ZA 09-213
6.1. Op grond van hetgeen hiervoor in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104684 / KG ZA 09-236 is overwogen en beslist, is per heden het besluit van de Tuchtcommissie van de KNGU, waarbij Dynamic Gymnastics-Vereniging is geschorst voor de duur van twee jaren, geschorst. Dit betekent dat er voor bij Dynamic Gymnastics-Vereniging aangesloten turnsters/turners geen beletsel meer is om voor Dynamic Gymnastics-Vereniging uit te komen in door de KNGU georganiseerde wedstrijden. Aan de voorwaarde waaronder Dynamic Gymnastics-Vereniging haar vordering heeft ingesteld is derhalve voldaan. Bij deze stand van zaken kan in het midden blijven of de KNGU op grond van haar reglementen de bevoegdheid heeft om vanwege de gestelde betrokkenheid van [naam trainer] bij Dynamic Gymnastics-Vereniging alsmede het gestelde verband tussen Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging overschrijving van de turnsters naar Dynamic Gymnastics-Vereniging te weigeren.
6.2. Op grond van hetgeen in de zaak met zaaknummer / rolnummer 104684 / KG ZA 09-236 is overwogen, dat voor zover van belang als hier herhaald geldt, wordt voorshands aangenomen dat [naam trainer] op generlei wijze is betrokken bij Dynamic Gymnastics-Vereniging. Niet gezegd kan dan ook worden dat Dynamic Gymnastics-Vereniging onrechtmatig heeft gehandeld door te trachten om de turnsters over te doen schrijven van Pro Patria naar haar.
6.3. KNGU heeft niet weersproken dat er (verder) geen aan haar reglementen te ontlenen argumenten zijn om zich te verzetten tegen overschrijving van de turnsters van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging. De KNGU handelt dan ook onrechtmatig jegens zowel Dynamic Gymnastics-Vereniging als de turnsters door te weigeren om mee te werken aan de beoogde transfer. KNGU heeft niet weersproken dat de turnsters ambitieuze topturnsters zijn alsmede dat Pro Patria niet over topsportfaciliteiten beschikt. KNGU heeft voorts volstrekt onvoldoende gemotiveerd weersproken dat Dynamic Gymnastics-Vereniging ook topturnsters opleidt en over trainingsfaciliteiten beschikt die geschikt zijn voor de beoefening van topsport. Ook heeft de KNGU niet tegengesproken dat het voor topsporters schadelijk voor hun ontwikkeling is indien zij onder niet- topsportwaardige omstandigheden hun sport beoefenen en dat op korte termijn kwalificatiewedstrijden voor de grote toernooien plaatsvinden. Het feit dat het wedstrijdseizoen -naar de KNGU onweersproken heeft gesteld- eerst eind augustus/begin september a.s. begint, doet er niet aan af dat de turnsters er een groot belang bij hebben dat zij zich bij Dynamic Gymnastics-Vereniging onder optimale topsportomstandigheden op die wedstrijden kunnen voorbereiden. Van Dynamic Gymnastics-Vereniging kan dan ook niet verwacht worden dat zij wacht op de uitspraak van de Commissie van Beroep van de KNGU op het door Stichting Dynamic Gymnastics en Dynamic Gymnastics-Vereniging ingestelde beroep tegen de aangevallen uitspraak van de Tuchtcommissie. De uitkomst van het door [naam trainer] ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van deze rechtbank d.d. 31 oktober 2007, waarbij de vordering van [naam trainer], strekkende tot vernietiging van zijn royement, is afgewezen, is in het onderhavige geding van geen belang, zodat ook niet op die uitspraak behoeft te worden gewacht. [naam trainer] is immers -naar voorshands moet worden aangenomen- niet betrokken bij Dynamic Gymnastics-Vereniging.
Het spoedeisend belang van de turnsters staat genoegzaam vast. Nu het verzoek tot overschrijving op grond van de reglementen van de KNGU niet door de turnsters, maar alleen door Dynamic Gymnastics-Vereniging, kan worden gedaan, wordt ook ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging geoordeeld dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening.
6.4. De KNGU zal dan ook worden bevolen om de turnsters over te schrijven van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging. In de dagvaarding zijn zeven namen genoemd. Ter zitting hebben zowel KNGU als Dynamic Gymnastics-Vereniging gesteld dat het om zes turnsters gaat. Vergelijking van de zeven in de dagvaarding vermelde namen met de zes namen die door de advocaat van Dynamic Gymnastics-Vereniging in zijn sommatiebrief van 16 juni 2009 (productie 11 van Dynamic Gymnastics-Vereniging) zijn opgenomen, leert dat [naam turnster G] niet voorkomt in de sommatie. Ook in de overige producties komt die naam niet voor. Onder deze omstandigheden is niet duidelijk of de vordering van Dynamic Gymnastics-Vereniging zich mede uitstrekt tot [naam turnster G]. Dit zal op na te melden wijze tot uitdrukking worden gebracht in het dictum van dit vonnis. De gevorderde dwangsom zal -gelet op de hier aan de orde zijnde belangen- op gelijke wijze worden vastgesteld als heden is beslist in de zaak 104684 / KG ZA 09-236.
De voorzieningenrechter zal niet tevens bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste overschrijvingshandeling(en) van de KNGU. Bij gebreke van daarop toegesneden stellingen van Dynamic Gymnastics-Vereniging zijn er geen termen aanwezig om van deze -discretionaire, blijkens de parlementaire geschiedenis van artikel 3: 300 BW met voorzichtigheid te hanteren- bevoegdheid, gebruik te maken.
6.5. KNGU zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Dynamic Gymnastics-Vereniging worden begroot op:
- dagvaarding € 85,98
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.163,98
6.6. Wettelijke rente over de proceskosten is eerst verschuldigd vanaf veertien dagen nadat KNGU kennis heeft gekregen van dit vonnis, zodat ter zake als na te melden wordt beslist.
6.7. Nu Dynamic Gymnastics-Vereniging kort na de uitspraak van dit vonnis de beschikking kan krijgen over een grosse van dit vonnis, heeft Dynamic Gymnastics-Vereniging geen rechtens te respecteren belang bij uitvoerbaarheid van dit vonnis op de minuut, zodat ter zake afwijzing zal volgen.
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 104208 / KG ZA 09-213
7.1. beveelt de KNGU om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de turnsters [naam turnster A], [naam turnster B], [naam turnster C], [naam turnster D], [naam turnster E], [naam turnster F] en -zo nodig- [naam turnster G] over te schrijven van Pro Patria naar Dynamic Gymnastics-Vereniging,
7.2. bepaalt dat KNGU voor iedere dag of dagdeel dat zij geheel of ten dele in strijd handelt met het onder 7.1. bepaalde, aan Dynamic Gymnastics-Vereniging een dwangsom verbeurt van € 1.000,--, tot een maximum van € 15.000,--,
7.3. veroordeelt KNGU in de proceskosten, aan de zijde van Dynamic Gymnastics-Vereniging tot op heden begroot op € 1.163,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
7.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 104684 / KG ZA 09-236
8.1. schorst het besluit van de Tuchtcommissie van de KNGU d.d. 30 juni 2009, voor zover dit inhoudt de schorsing van Dynamic Gymnastics-Vereniging voor de duur van twee jaren, totdat de bodemrechter over de nietigheid van dat besluit heeft beslist,
8.2. bepaalt dat de hiervoor sub 8.1. gegeven voorziening vervalt indien Dynamic Gymnastics-Vereniging niet binnen drie maanden na heden tegen de KNGU een bodemprocedure, strekkende tot vernietiging van voormeld door de Tuchtcommissie van de KNGU ten aanzien van haar, Dynamic Gymnastics-Vereniging, genomen besluit, aanhangig heeft gemaakt,
8.3. beveelt de KNGU zich te onthouden uitvoering te geven aan voormeld door de Tuchtcommissie van de KNGU ten aanzien van Dynamic Gymnastics-Vereniging genomen besluit,
8.4. bepaalt dat KNGU voor iedere keer dat zij in strijd handelt met het onder 8.3. bepaalde, aan Dynamic Gymnastics-Vereniging een dwangsom verbeurt van € 2.000,--, tot een maximum van € 30.000,--,
8.5. veroordeelt KNGU in de proceskosten, aan de zijde van Dynamic Gymnastics-Vereniging tot op heden begroot op € 1.150,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
8.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.A.G. van Valderen en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2009.